Als je iets weet, maar er niet bij kunt komen, dat gevoel van het woordje dat op de punt van je tong ligt, maar er niet af wil… Hoe komt dat? Wat kun je eraan doen?

Heel het land rolt met vragen over elkaar heen. De schok van de gesproken woorden, door ieder anders worden verstaan. Als was Mark Rutte een modern orakel.

Toelichtingen in overheidswebsites, journalisten, politici en deskundigen in achter-het-nieuws-tv-programma’s spreken elkaar tegen en veronduidelijken de woorden van de demissionair minister-president.

Bestuursleden van beroepsverenigingen en belangengroeperingen bellen telefoons van ministeries roodgloeiend.

Heeft het verleden het heden ingehaaldl?
Heeft de toekomst naar het heden terug geslagen?
Hoe zal het nu verder gaan?

Dat hangt ervan af. Zoals steeds hangt het ervan af hoe we met zijn allen omgaan met de regels. Dat weten we nu inmiddels wel.

Hoe in te schatten hoe allerlei groeperingen met die regels om zullen gaan, daar zijn allerlei praattafelshows behoorlijk bedreven in. Maar hun veronderstellingen gaan alle kanten op. Toekomstvoorspellen blijft lastig.

Net als prognoses bij verkiezingen en regeringsformaties. Als bekend is waar het heen lijkt te gaan, kun je – als dat doel niet het doel is waar je heen wilt – je koers verleggen.

Zo gaat het ook met traditionele inzichtverschaffende instrumenten. Die helpen ook om te doorzien wat er in het NU gaande is. En hoe we vanuit het verleden naar dit NU gekomen zijn.

Door twee punten loopt een lijn. Trek je die lijn van verleden naar heden door, dan kom je uit op de koers naar de toekomst.

Als je ziet, waar het heen gaat, als je zo door blijft gaan als je nu gaat, dan kun je bedenken of je daar heen wilt. Of toch liever ergens anders heen.

Je kunt kiezen op welk doel je nu je koers wilt richten. En dan daarheen op weg gaan. Met een eerste kleine stap begint zelfs de grootste reis.

Zo  ‘werken’ inzichtverschaffende instrumenten, orakels, zo je wilt. Met hun symbolen (ook lettertekens zijn symbolen) en afbeeldingen helpen ze het onbewuste, dat in beelden, geuren, geluiden, bewegingen en symbolen ‘denkt’, om in associaties dingen over de bewustzijnsgrens te halen.

Zo weet je ineens dingen die je ooit hebt waargenomen  zonder je daar bewust van te zijn. En alles wat je bewust weet, kan je helpen om helder te krijgen waar je in het hier en nu staat en waarheen je onderweg bent.

Het zijn moeilijke tijden, waarin je heel veel verschillende verhalen hoort. De meningen, overtuigingen en ‘geloven’ vliegen over tafel.

Of je thuis zit omdat je nu niet mag werken, of dat je thuis zit omdat je nu thuis moet werken, of dat je je over de kop werkt in een essentiële branche of in de zorg, er is 1 ding waarmee idereen al een jaar steeds meer te maken heeft: piekeren en stress.

Wat zijn de meeste mensen gaan doen? In de overlevingsmodus.

Het  voelt allemaal ‘rot’ nu, ja, oké, dan maar liever niet te veel voelen en zo verstandig mogelijk doen om deze situatie zo goed mogelijk te overleven. Planningen en prognoses maken, routes uitstippelen. Dagindelingen maken om zo efficiënt mogelijk zo veel mogelijk te doen in de weinige tijd die er is.

Wat gaan mensen dan doen?

Tegen deurknoppen aanlopen, dingen zo neerzetten dat ze maar half op tafel of aanrecht staan en er dus afvallen. Struikelen over de kleinste oneffenheden, of zelfs over drempels waar ze al jaren meermalen daags overheen stappen zonder ooit een centje pijn.

Hoe komt dat?

Wat kun je eraan doen?

Wie zo verstandig mogelijk zo veel mogelijk in zo min mogelijk tijd probeert te doen, heeft iets gemeen met wit probeert in gedachten al in de (fijnere) toekomst te leven en met wie gedachten in het verleden (toen alles nog gewoon was) probeert te blijven, het nu zo goed en zo kwaad als het lukt ontkent.

Ze hebben min of meer hun lichaam verlaten om te leven op de automatische piloot, vanuit hun verstand, in hun fantasie.

Heb je geen contact meer met je lichaam, dan voel je moeheid, pijn en verdriet minder.

Maar je voelt ook minder wat je lichaam nodig heeft: drinken, eten, rusten, slapen, plezier.

Plezier?
Ja: plezier.
In de zin van onbevangen in het leven staan.
Experimenteren wat je voelt als je zus of zo doet.
Anders kijken naar de dingen om je heen.
Lachen door spanning die ineens breekt.

Je voelt je lichaam weer, je geizcht, je buik.

Je durft weer gek te doen, mag dat ook van jezelf.

Misschien.

Een beetje.

En een beetje meer misschien als je merkt dat geestelijke pijn en stress verlichten, en dat fysieke stramheid, ‘doofheid’ en pijn loskomen.

Je energie gaat stromen.

Dan voel je je lichaam weer een beetje.

Maar ‘een beetje’ is niet genoeg.

Niet genoeg om niet langer dingen uit je handen te laten vallen. Niet langer tegen deurkozijnen aan te lopen. Niet langer te vergeten wat je aan het doen bent of wat je zoekt. Niet langer pas te weten dat je ‘eigenlijk’ naar de wc moet als je het al bijna in je broek doet.

Je basis terug vinden, de grond onder je voeten weer leren herkennen, dat  gaat niet ineens.

Probeer eens de vloer te voelen waar je overheen loopt, wat het verschil is tussen tegels, hout linoleum, kleed, straatklinkers, waar je ook maar overheen loopt.

Dat gaat in het begin lastig.

Zo door je schoenen heen.

Thuis kun je op je blote voeten lopen om te voelen. Is de vloer koud, ruw, glad, warm, wollig, stroef, kriebelig?

Voel je je voetzolen, je tenen?

Wiebel eens met je tenen?

Hoe ver bij hoofd vandaan voelen je voeten?

Als je een beetje door je knieën gezakt gaat staan, je schouders los, je armen bungelend, zo ver mogelijk richting grond..

Laat je hoofd zakken, en je onderkaak.

Nou zie je er niet ‘stom’ uit, nou….

…ben je een gorilla!

Loop met zware, stampende voeten en slingerende armen door de kamer.

Maak grommende geluiden: je bent een gorilla!

Lachen je kinderen erom?

Laat ze meedoen!

Of laat hen de olifant zijn: ene arm vooruitsteken, andere arm eromheen, met hand neus vasthouden – en toeterende, blaasbrullende geluiden maken.

En ook stampen en door de knieën verend zwaar lopen.

Raken jullie buiten adem?

Dan kun je eerst even voelen en lusiteren hoe je ademhaling gaat.

Daarna kun je 4x kort krachtig inademen en daarna 4x kort krachtig uitademen.

Je gaat daar niet van hyperventileren, maar wèl door voelen waar je longen zitten.

En het geeft energie.

Voel je nu je lijf en de grond onder je voeten?

Heb je plezier en lach je om je eigen gekkigheid?

Dan kun je nu samen met je kinderen ook andere dieren na gaan doen, met geluid erbij.

Hippen op de tenen, fladderen, fuutfuut zeggen of fluiten met krachtige ademstoten.

De grond onder je voeten – en je lijf – weer leren voelen. Daar heb je het misschien ook weer lekker warm van gekregen?

Lekker gek doen en lachten, zeker als dat samen met je kinderen is, dat doet een mens goed.

Maar nu gaan we het nog mooier, nog ‘aardender’ maken.

En lekker bovendien.

Heb je ooit wel eens gebakken?

Geknutseld met deeg?

Lekker de handen in het deeg?

Je hoeft er niet persé een oven voor te hebben, een magnetronover, of desnoods een braadpan is ook goed.

Een recept dat standaard het verjaardagsknutselen van mijn kinderen was vroeger:

Scones

  • 250 g bloem
  • 1 zakje bakpoeder
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 50 g roomboter
  • 100-120 ml melk

Snijd de boter met 2 messen klein tot broodkruimels. Soms kunnen kinderen dit beter dan volwassenen – je moet aardig op het gevoel werken met je gereedschap.

Strooi de bloem geleidelijk ovr de gekruimelde boter terwijl je het omschept.

Bakpoeder en vanillesuiker erbij strooien.

Plonsje voor plonsje op het gevoel wat melk erdoorheen spatelen.

Niet te veel, de melk hoeft niet op.

Het gaat erom dat je een lekker klei-achtig deeg krijgt.

Het hangt van de temperatuur en vochtigheid in huis af hoeveel melk je nodig hebt.

Is het te modderig geworden?

Geeft niks: gewoon een beetje bloem erbij.

De traditionele manier is om het deeg uit te rollen tot een vingerkootjes dikke laag en er dan met een vormpje rondjes uit te steken.

Maar dat is niet léuk.

Dus….

Met de handen in het deeg.

Maak zelf kleifiguren die gaan over wat jij belangrijk vindt.

Klei je droomwensen, of wat je ‘later als je groot bent’ wilt worden.

Maak het zo mooi als je zelf wilt, maar probeer het deeg niet ‘tot soep’ op te warmen in je handen.

Is het klaar?

Of moeten er hier en daar nog rozijntjes als oogjes, of koplampen, of …. op?

Ga je gang!

Dan mag het in de oven of magnetronover of braadpan.

Die voorverwarmen.

Tot ca 220 graden (braadpan: blokje boter helemaal gesmolten).

Leg je figuren erin.

Afhankelijk van de omstandigheden en dikte van de figuren moet je nu 8 tot 15 minuten geduld hebben totdat je figuren mooi goudbruin zijn en heerlijk geuren.

Terwijl je daar op wacht, heb ik een suggestie om naar te kijken.

Een gedicht dat ik schreef toen mijn wereld net zo op zijn kop stond, als nu de hele wereld dat doet:

Edda Revisited

Een es weet ik te staan, Yggdrasil is zijn naam

Ondersteboven heb ik gehangen

aan mijn voet tussen zijn takken. Negen lange dagen

en nachten – Het Schrift vond ik uit als menigeen

Met harkende letters – Stolkstrepen in nat zand

voerden mij van woord naar woord naar woord – En van

daad na daad na daad in het verleden begaan – Goed of

slecht uitpakkend om het even welke koffer

waar ook vandaan de wortels reikhalzend hun voedsel halen

 

Ik zou het niet weten – De wereld een bron van kennis

Onder onze voeten – Stevige grond waarheen wij gaan

reikhalzend naar de basis – Oorsprong, doel en zin

Ondersteboven ziet alles er heel anders uit – Weet ieder kind

kijkend tussen zijn benen door met de handen aan de grond

De regenboog in een radslag van dagelijkse beslommeringen

Salto mortale in zacht ademend beddengoed – De matras

verend als wolken tonen rechtop weer ondersteboven en

rechtop bestaat verrassend genoeg heel de wereld van

afwas en eten koken en

lezen en schrijven nog steeds – Als nooit tevoren.

Ontslapen open ik mijn ogen.

(Uit: Sanne Steers – Revanche, gedichten, 2004)